Willibrorduskapel in de oude kerktoren en aan het Overbroekplein
In 1903 werd de Willibrorduskerk, een driebeukige neogotische kerk met ronde abscis, gebouwd. Tot 1968 was deze kerk in gebruik om in 1984 gesloopt te worden. Op aandringen van het Ecrevissecomité en dankzij de inspanning van velen werd de toren behouden en gerestaureerd. De toren aan de Ecrevissestraat werd in gebruik genomen als Sint-Willibrorduskapel. De Obbichtenaren zijn blij dat op deze manier een karakteristiek element van het dorpssilhouet behouden is gebleven.
De toren is gebouwd in Waterstaatsstijl door architect Nicolaas Dukers in 1825. Deze waterstaatkerken stonden onder toezicht (en soms ook het ontwerp) van ingenieurs van Rijkswaterstaat met veelal financiële steun van de landelijke overheid.
Onder het pastoraat van pastoor J. Schijns was de kerk te klein geworden en in 1903 afgebroken. De toren uit 1825 bleef gespaard. De toren werd met 6 meter verhoogd en ook de spits, eveneens met 6 meter. Daarmee werd de totale hoogte 33 meter.
Sinds de sloop van de kerk staat de toren vrij. Hij grenst nu aan de westzijde aan de particuliere tuin van de bebouwing op de plaats van de oude pastorie en aan de noordzijde aan het perceel en de bebouwing die na de sloop van de kerk tot stand kwam. Aan de zuidzijde ligt de toren aan de openbare ruimte waar van 1688 tot 1968 het kerkhof lag. Tot 1923 werden hier de overleden Obbichtenaren begraven.
In eerste instantie lag er een parkeerplaats, nu ligt er het Overbroekplein, gemarkeerd door groenvoorziening en voorzien van banken. De toegang tot de kapel is aan de zuidzijde.
De kapel is ingericht ter ere van de patroonheilige van Obbicht: Sint Willibrordus. Een beeld van de patroonheilige heeft er een vaste plaats gekregen.
op den 7 october 1825 wierd deze Kerk, de Pastorij en 34 woningen door de allerverschrikkelijkste brand in assche gedompelt. In 1828 bevond zich een en ander hersteld door hulpmiddelen uit de staatskas door de mildadigheid Hunner Majesteiten den Koning en Koningin der Nederlanden en voornamentlijk door de menschlievende bijdragten van allerlij aard van wegen de inwoners der Provincie Limburg gedaan tot redding der slagtoffers van den brand uit de onfeilbaarste ellende
N. DUKERS BOUWKUNDE---RIDDER BEELAERTS BURGEMEESTER
Paus had geen tijd voor inwijding van de kapel
In 1985 bracht Johannes Paulus II een bezoek aan ons land. Dat was de reden voor het Ecrevissecomité om de paus in jaar eerder uit te nodigen om de Willibrorduskapel in te komen wijden. De brief was in het Latijn opgesteld.
De Stichting Pausbezoek bedankt het Ecrevissecomité voor het behoud van de kerktoren en de betrokkenheid en bijdrage tot de gedachtenvorming rond het pausbezoek, maar laat weten dat voor een bezoek helaas geen tijd beschikbaar is.
Pastoor Bakker van de Obbichtse parochie noemt het verzoek vanuit het Ecrevissecomité een lachertje en geeft aan het vreemd te vinden dat zij de brief rechtstreeks naar het Vaticaan hebben gestuurd. Hij weigert dan ook de parochiestempel onder de brief te zetten.
Gaandeweg het proces had de pastoor wel de vergaderingen van het Ecrevissecomité bijgewoond waarin het ging om de inrichting van de kapel.
bijlage 1: Paus geen tijd voor bezoek aan Obbicht
Op 8 juni 1985 wordt de kapel ingezegend en is het dorp een nieuw monument en een ingezegende torenkapel rijker. Het was niet de paus maar pastoor Bakker zelf die de kapel inzegende. Hij liet weten verheugd te zijn dat dit oudste deel van de voormalige kerk behouden is gebleven.
Diezelfde middag werd ook het monument op het Oranjeplein, aangevuld met de tweede Steen van Stokkem, onthuld.
Lange tijd bleef het stil rondom het oude kerkplein en de toren. De kapel bleef gesloten. De Willibrordusplaquette werd aangebracht boven het hardstenen altaar in de kerktoren en kon bekeken worden door een ruit van plexiglas in de deur.
In 2010 waren de kerkdeuren verzakt, omdat door de muur aan de westzijde van de kerktoren veel vocht was binnengekomen. In samenspraak met de gemeente werd besloten om de binnenkant van de kapel op te knappen. Een uniek voorbeeld van samenwerking tussen de Gemeente Sittard-Geleen, het Ecrevissecomité, het kerkbestuur en een aantal vrijwilligers leidde er toe dat in datzelfde jaar op 7 november, St.Willibrordus zondag, de fraai gerestaureerde kapel met een prachtig Willibrordusbeeld, geschonken door de Deken van Echternacht (Luxemburg), opnieuw kon worden ingezegend.
De kapel ging dienstdoen als rustaltaar en wordt dagelijks opengesteld, als devotiekapel.
De deuren van de kapel werden voorzien van glas in loodramen.
Nadere informatie over de twee gerestaureerde ramen: Glaskunst langs de Maas
Bij gelegenheid van de inwijding van de oude kerktoren als kapel en de onthulling van de tweede “Steen van Stokkem” in 1985 is, onder auspiciën van het Ecrevissecomité, geschreven door Jean Knoors en Guus Janssen en geïllustreerd door Jos Quaedackers, een boekje uitgegeven dat gewijd is aan het Obbichtse verleden.
bijlage 2: Toren oude kerk blijft behouden
bijlage 3: Een monument verdwijnt maar de verhalen blijven
bijlage 4: Steen onthuld, kapel gezegend
Het Overbroekplein
Het huidige Overbroekplein was oorspronkelijk het kerkhof bij de eerste kerk die hier in 1688 werd gebouwd en die in 1828, drie jaar na de fatale dorpsbrand, weer werd opgebouwd.
De naam Overbroekplein roept herinneringen op aan de grootste ramp die Obbicht ooit trof. In 1643 werd het oorspronkelijke dorp Obbicht door een vloedgolf op de Maas volledig verwoest. Vanaf dat jaar tot 1688, 45 jaar dus, deed de kapel van het toen nog middeleeuwse kasteel dienst als parochiekerk. In het tot Obbicht behorende gehucht Overbroek werd een nieuwe kerk gebouwd.
Toen de nieuwe kerk klaar en ingezegend was, werd in 1688 de eerste dopeling, Hendricus Demandt, ten doop gehouden en bij die gelegenheid nam pastoor Egidius Straven een verstrekkend besluit: “Overbroek wordt voortaan Obbicht genoemd.” Niemand verzette zich daartegen en aldus geschiedde.
De naam Overbroek vinden we nog terug op het familiewapen van de Paludé’s uit 1787. Al die honderden jaren heeft de kern van Obbicht zich rond de Dorpstraat, (nu Ecrevissestraat), de Oude Raadhuisstraat en de Schoolstraat (nu Vonderstraat) ontwikkeld. Toen in 1954 een nieuw gemeentehuis, een nieuw school en in 1968 de nieuwe St.Willibrorduskerk in gebruik werd genomen, was de kern verplaatst.
Nadat de oude St.Willibrorduskerk in 1984 was afgebroken werd het oude kerkplein geëgaliseerd en verhard. Er werd een aantal bomen geplaatst en het plein fungeerde als parkeerplaats.
Intussen groeide het aantal parkerende auto’s op het oude kerkplein: auto’s stonden kriskras door elkaar en de bomen waren in de loop der jaren flink uit “de kluiten” gewassen, zodat het geheel een rommelige aanblik bood.
Renovatie van het oude kerkplein
In 2013 formeerde het Ecrevissecomité een werkgroep met als doel het restaureren van het oude kerkplein met behoud van voldoende parkeerplaatsen en gesteund door de bewoners van Ecrevissestraat en Oude Raadhuisstraat.
Peter Szymkowiak, René Vencken, Herman Derix, Willemijn Promes en Ger Heldens namen plaats in de werkgroep.
Er werd onderzocht hoeveel parkeerplaatsen er aangelegd konden worden, het plein werd nauwkeurig opgemeten en er werd een eerste schets gemaakt.
Een sfeervol pleinontwerp kon worden aangeboden aan de Wethouder van Stadsdeel 1, Dhr. P.Meekels van de Gemeente Sittard-Geleen. Hij was meteen enthousiast en er werd een gesprek met de aanwonenden en het Dorpsplatform gepland.
Na een roerige bijeenkomst waarbij veel beren op de weg werden gezien, leek het plan een kort leven beschoren. Maar gelukkig was één van de bewoners geraakt door het idee en kwam zelfs met een wat andere opzet. Ook de afdeling Beheer van de Gemeente keek nog eens goed naar het plan en een nieuw aangepast ontwerp werd alsnog aan de bewoners voorgelegd. Er werd een nieuwe werkgroep geformeerd bestaande uit negen aanwonenden en een lid van het Ecrevissecomité. Wethouder Meekels ging op zijn afdeling met het plan aan de slag om kritisch te kijken naar voorwaarden die de gemeente zou stellen m.b.t. veiligheid, ruimtelijke indeling, financiering e.d.
Toen de derde versie werd besproken met de betrokkenen, was er snel overeenstemming en kreeg een groepje van vier (Cas Dupuits, Ger Heldens, Cyrille Larosch en Frits Notermans) de opdracht om samen met de gemeente tot een mooi plein te komen met voldoende parkeerplaatsen.
Samen met aannemer Jan van Veghel werd het oude kerkplein onder handen genomen en binnen niet al te lange tijd werd het plein gerenoveerd. Een rommelige parkeerplaats maakte plaats voor een sfeervol pleintje met zitbanken, omringd door bomen.
Een aanwinst voor de bewoners van de Oude Raadhuisstraat en de Ecrevissestraat, maar zeker ook voor heel Obbicht en al die passerende fietsers die er graag hun lunch nuttigen.
Bij het vormgeven van de inrichtingsplannen, stond meteen vast dat de historische aspecten van het oude kerkplein, zoveel als mogelijk, zichtbaar moesten worden gemaakt.
De omzoming van het plein met stijlvol hekwerk verwijst dan ook naar het voormalige kerkhof. In de bestrating zijn de contouren van de oude Willibrorduskerk, inclusief de apsis, aangebracht en is het vroegere kerkenpad zichtbaar gemaakt.
Een monument op het plein
Bij de inrichting van het plein hoorde ook een monument. Op deze historische plek, waar eeuwenlang tot 1923 het kerkhof was, zou een gietijzeren kruis prima passen.
Een kruis dat al meer dan 60 jaar op het oudste gedeelte van het huidige kerkhof aan de Hitsberg had gestaan, was een prachtig voorbeeld van Volkscultuur en, na later bleek, hoorde hier een bijzonder verhaal bij.
In de twintiger jaren van de vorige eeuw kwam het gezin Deckers naar Obbicht om een boterham te verdienen bij de aanleg van het Julianakanaal. Het gezin kwam uit Beuningen bij Nijmegen en hoorde tot een groep “vraem luuj”.
Zoon Jan ging in 1927 aan de slag bij een bedrijf voor wegenaanleg dat hier aan het Kanaal mede de werkzaamheden verrichtte. Jan was toen 17 jaar. Hij kreeg verkering met Maria Ubachs, een “Obbeegs maedje”, en in 1935 trouwden zij en kregen 2 kinderen.
Toen in 1937 de werkzaamheden aan het kanaal stopten, ging het bedrijf waar Jan werkte naar Gorkum en Jan en zijn vrouw gingen mee. In 1941 trokken ze toch weer naar Obbicht en gingen wonen op de Hitsberg. Jan ging werken op het SBB in Geleen. (Stikstofbindingbedrijf, onderdeel van de Staatsmijn Maurits).
In 1952 overleed Maria en Jan vroeg aan een van zijn collega’s om een mooi ontwerp te maken voor een grafkruis voor het graf van Maria. Jan maakte in 6 weken tijd in de avond- en nachtelijke uren dit kruis, als een blijvende herinnering aan zijn vrouw.
Hun dochters Toos en Tonny onderhielden al die jaren dat graf tot 2005. Toen gaven zij de grafrechten terug, maar wilden graag dat dit kruis bewaard zou blijven. In overleg met Jacq Lemmens (lid van het kerkbestuur) werd het kruis in bruikleen gegeven aan de Stichting Kruisen en Kapellen, Sittard-Geleen. Het kruis zou opgehaald worden door dhr.J.Hermans, voorzitter van de werkgroep Kruisen en Kapellen uit Sittard. Helaas overleed dhr. Hermans kort na die afspraak. Maar ondanks het verdriet zorgde mevrouw Hermans ervoor dat het kruis werd opgehaald en in Born bij het Euregionaal Historisch Centrum in bewaring werd gegeven.
Toen de plein-werkgroep op zoek ging naar het kruis leek dat onvindbaar. Uiteindelijk bleek het kruis nog steeds in Born bewaard te zijn. Na een grondige opknapbeurt door metaalverwerkingsbedrijf Plessius uit Grevenbicht en schilderwerk door Harrie Kusters van Harrecoven, Obbicht, kon het nog net voor de opening geplaatst worden.
Op vrijdag 28 augustus 2015 vond de officiële opening plaats. Wethouder Pieter Meekels, Mevr. T. Stelten-Deckers en kleindochter en 3 kinderen uit de Ecrevissestraat (Izzy Larosch, Kyan en Dyan Heuts) onthulden in aanwezigheid van Harmonie Concordia, Schutterij St. Willibrordus, de bewoners van de Ecrevisse- en de Oude Raadhuisstraat, vele genodigden en veel Obbichtenaren samen een mooi, eenvoudig, maar zeer bijzonder grafkruis.
Een naam voor het plein
Vervolgens moest het plein een naam krijgen. Door de bewoners van de twee straten werden verschillende voorstellen ingediend en na goedkeuring door de Naamgevingscommissie van de gemeente werd het plein officieel gedoopt tot Overbroekplein, de meest historische naam op de meest historische plek.
Naast het monument werd een infobordje aangebracht om nadrukkelijk aan te geven dat dit kruis een monument is ter herinnering aan het oude kerkhof.
In de St.Willibrorduskapel kan de bezoeker lezen waarom voor deze naam gekozen is.