Piëtakapel

De Piëtakapel staat midden in het dorp aan een kruising op de hoek van de Obbichter Markt en de Vonderstraat, waar ook de Kempenweg en de Burgemeester Venckenstraat op uit komen. Aan de overzijde van de Obbichter Markt staat de St.Willibrorduskerk, op ongeveer 150 meter naar het westen staat de Heilig Hartkapel en op ongeveer 150 meter naar het zuiden staat de St.Willibrorduskapel. De kapel is gewijd aan de piëta, de dode Christus vergezeld door Maria.

Geschiedenis

Vòòr 1954 stond er een kapelletje in rechte lijn naast de boerderij. Bovenstaande foto dateert van 1952. De bus van de firma Cramers komt aanrijden om de mijnwerkers, die zich verzamelden bij de boerderij, naar hun werk op de staatmijn Maurits te brengen.

In 1954 werd deze kapel afgebroken. Er was een ongeluk gebeurd waarbij de heer J. Demandt het leven liet en men achtte de verkeerssituatie nu als te onveilig omdat de kapel het overzicht belemmerde.

Mede ter nagedachtenis aan het slachtoffer besloten de toenmalige burgemeester Koten en pastoor Rijcken tot de bouw van een nieuwe kapel in 1954. De familie Ubachs stelde de grond ter beschikking en gemeente, parochie en buurtbewoners zorgden voor de rest.

Kruisiging en Kruisafname, Daan Wildschut

Van binnen is de kapel uitgevoerd in schoonmetselwerk en is er tegen de achterwand het natuurstenen altaar geplaatst. Op het altaar staat de uit een steen gehouwen piëta van de hand van Renald Rats die Maria toont, zittend voor een kruis met op haar schoot de gestorven Christus. Beide figuren hebben een nimbus en Christus heeft verwondingen.

Bouwwerken

De bakstenen kapel op een basement van natuursteen is opgetrokken op een rechthoekig plattegrond en wordt gedekt door een overstekend zadeldak met leien. In de beide zijgevels is een rond venster met glas-in-lood van Daan Wildschut aangebracht die twee passiescènes tonen. Het linker venster toont de kruisiging van Christus (met links Maria en rechts Longinus op een paard) en het rechter venster toont de graflegging (met het kruis op de achtergrond, Maria die zijn hoofd ondersteunt en nog twee figuren). In de frontgevel bevindt zich de segmentboogvormige toegang die wordt afgesloten met een smeedijzeren hek.

Van de toegangsboog zijn de aanzetstenen en sluitsteen uitgevoerd in mergel, waarbij in de sluisteen de tekst A.D. 1954 is gegraveerd. Ook de aanzetstenen van de daklijst zijn in mergel uitgevoerd.