Harrecoven 17

Fien Damen en Harrie Kusters zijn de huidige bewoners van de rond 1870 gebouwde woning. Het is inmiddels de derde generatie van de familie Damen die hier woont: het echtpaar Damen-Coenen waren de grootouders van Fien en van 1946-1966 woonden hier haar ouders: Willem Damen (geb. 1894) en Maria Hecker (geb. 1897).

De woning heeft altijd gediend als woonhuis maar, net als bij velen in die tijd, werden er wat kippen en varkens gehouden in de schuur. In 1905 is de voorgevel 1 meter westwaarts bijgebouwd. Van oorsprong was het huis wat lager. In 1947 is het huis verhoogd. Aan de lange zijmuur is nog te zien wat de voormalige hoogte was.

Heel veel is er niet te vertellen over dit huis, maar over die ene dakpan des te meer!

Een wel heel bijzondere liefdesverklaring na meer dan 100 jaar ontdekt,

onderzocht en opgetekend door Ger Heldens

Na een aantal herfstachtige dagen zag Harrie Kusters van Harrecoven dat de pannen op het dak niet meer netjes in de rij lagen en verder kijkend zag hij ook dat een paar pannen naar beneden gekieperd waren. Hoog tijd om de ladder uit de schuur te halen en in actie te komen. Op zich is zo’n klus voor hem geen probleem maar op een dak van meer dan 100 jaar klim je niet zo vrij alsof je kersen gaat plukken . Een paar panlatten hadden het begeven en hier en daar was een Muldenpan opgewaaid ergens middenin een rij en die moest weer terug en in het gareel. Kortom: een flinke klus!

Vol goede moed begon hij de losgewaaide pannen op hun plaats te dirigeren en hier en daar te vervangen totdat hij zomaar, middenin een rij, een zeer merkwaardige pan vond. Een pan met een ingebakken tekst. Er had zich wat mos vastgezet, maar het geheel was nog duidelijk leesbaar. De tekst was ingegraveerd in fraai lopend schrift:

 

 

Geliefde

 Gertrudus

 Vos te Echt

 Mathias

 Sevriens

 Echterbroek

Harrie wreef eens over het mos en maakte de dakpan schoon met de punt van zijn overhemd. Ja, het stond er echt! Hij schoof voorzichtig naar de ladder toe met de pan in de hand en klom naar beneden. Vol verbazing liet hij zijn vrouw het opschrift lezen en bijna gelijktijdig zeiden ze: “Hoe komt een pan met een dergelijk opschrift bij ons op het dak?”. En na een korte pauze kwamen er nog meer vragen: Hoe lang ligt die daar al? Wie zijn deze mensen die bij de namen horen en waar komt deze pan vandaan? Mevrouw Kusters haalde een natte doek, maakte de pan nog eens extra schoon en las de tekst opnieuw: “Die moeten we maar niet meer terugleggen Harrie”. Dat was Harrie ook niet van plan, hij legde ze op een veilige plek in de stal. Hij klom weer naar boven  en ging verder met de reparaties. Die tekst en die pan gingen niet uit zijn gedachten. Hoelang lagen deze pannen al op het dak? Was er al ooit eens een nieuw dak op de stal gelegd? Waar waren deze pannen ooit gekocht?’s Middags aan tafel ging het gesprek over al deze vragen en nog vele anderen, maar veel verder dan de wetenschap dat ze ooit een partij pannen van de buren gekregen hadden omdat die hun dak geheel gingen vernieuwen, kwamen ze niet.

Het werd enige tijd stil rond de bijzondere dakpan totdat in een gesprek naar aanleiding van een publicatie in Zondagsnieuws de draad weer werd opgepakt. Na vele telefoontjes, gesprekken met mensen die iets zouden kunnen weten over de personen wier namen op de dakpan stonden en zoeken op google kwamen we in contact met familieleden van Mathijs Sevriens en met de heemkundevereniging van Echt (dhr. L. Theelen).  Het mogelijke verhaal luidt als volgt:

Uit de gegevens van de basisschool in Echt bleek dat op 28-04-1866 in Echtergebroek Mathijs Sevriens werd geboren, zoon van Wilhelmus Sevriens en Anna Gertrudis op de Coul. Mathijs was de op een na jongste uit een gezin van acht kinderen. Zijn vader overleed op 26 juli 1887 in Echt. Zijn broer, Leonardus Sevriens (geb. 30-05-1860) trouwde op 25 april 1890 met Cornelia Vos(overleden 14-07-1936 in Echt), zo blijkt uit hun huwelijksakte. Waarschijnlijk heeft Mathijs op of rond die bruiloft kennisgemaakt met Gertrudis Vos, een zus van Cornelia. En als blijk van zijn liefde voor haar schreef hij in een versgevormde dakpan in een sierlijk handschrift bovenstaande liefdesboodschap.

Deze Muldenpan is waarschijnlijk gemaakt in pannenfabriek De Valk te Echt. Deze lag een paar honderd meter verwijderd van de boerderij op Echtergebroek. In die tijd werden veel van dit soort pannen gemaakt, zo ook op de twee pannenfabrieken in Echt (Cuypers en De Valk).

Hoe de dakpan in Obbicht verzeild is geraakt zal wel altijd een raadsel blijven. Bij de bouw van deze woning rond 1870, bij de levering van de eerste pannen, heeft de bewuste dakpan waarschijnlijk niet gezeten; Mathijs was toen nog te jong. Deze woning werd in 1905 enigszins verbouwd, zo blijkt uit een tekening van het kadaster. Op de tekening staat: In 1905 is de voorgevel 1 meter westwaarts bijgebouwd. Welicht dat toen een partij dakpannen is bijgekocht en dat deze pan daar nog tussen heeft gezeten. Maar omdat Mathijs toen al 7 jaar getrouwd was met Maria Clara Schoenmakers en toen al vader was van 3 kinderen, mogen we aannemen dat hij de pan in die jaren niet gemaakt heeft. Jammer genoeg staat er geen jaartal of serienummer op waardoor een en ander iets gemakkelijker te achterhalen zou zijn.

In 1947 is er stuk op de woning gezet en zijn er nieuwe, andersoortige pannen op gekomen dus toen zijn geen nieuwe Muldenpannen aangeschaft. In de negenter jaren heeft de overbuurman op zijn woning een nieuw dak gelegd en een deel van die pannen zijn bij het restant gezet van de familie Kusters. Het is onwaarschijnlijk dat bewuste dakpan tussen die partij heeft gezeten, immers: de pan lag waarschijnlijk al op het dak.